Inhoudstabel
- Laboresultaten
- Reisvaccinaties
- Screening dikkedarmkanker d.m.v. IFOB-test
Laboresultaten:
Hier kan je uitleg krijgen over de meest gevraagde bloeduitslagen.
Er zijn een viertal kolommen te onderscheiden:
1 : de naam van de test
2 : de resultaten van de analyse
3 : de eenheden waarin het resultaat is uitgedrukt
4 : het normaal te verwachten resultaat. Afwijkende waarden worden VET gedrukt. Bij een te hoge waarde drukt de computer een “+” teken voor het resultaat, bij een te lage waarde een “-” teken.
5 : al of niet gevalideerd, d.w.z. dat het is nagekeken door de verantwoordelijke van het labo.
1/ BOEDCELLEN
Er circuleren in ons bloed drie soorten cellen:
1° De rode bloedcellen: deze dienen voor het transport van zuurstof doorheen ons lichaam. In de bloeduitslag vinden we ze terug onder erythrocyten. Hemoglobine en hematocriet zijn een maat van de transportcapaciteit voor zuurstof van deze cellen.
2° De witte bloedcellen: deze dienen voor de verdediging van het lichaam, bv. bij een infectie. Je vindt ze terug onder leucocyten.In de formule worden de verschillende soorten witte bloedcellen percentueel weergegeven.
3° De bloedplaatjes: deze dienen om het bloed te laten stollen, bv. bij een wonde. Men vindt ze terug onder de naam thrombocyten bij de rubriek ‘stolling’.
2/ IJZER
Het ijzergehalte is belangrijk voor de aanmaak van rode bloedcellen. Wanneer bloedarmoede en ijzertekort samen voorkomen kan dit wijzen op overvloedig of chronisch bloedverlies, bv. door overvloedige maandstonden of bij chronisch bloedverlies uit het maagdarmstelsel.
Ferritine is het eiwit dat het ijzer draagt en kan ook gestoord zijn bij leveraandoeningen.
3/ BIOCHEMIE
Het urinezuur is verhoogd bij jicht (pootje) en creatinine bepaalt de functie van de nieren. De eGFR is een nog fijnere test om de kracht te bepalen waarmee uw nieren uw bloed zuiveren.
4. KOOLHYDRATEN: de suikers
Glucose is een momentopname van het suikergehalte in uw bloed en moet nuchter onder de 115 mg/dl zijn. Bij suikerziekte wordt HbA1c(suikergehalte in de rode bloedcellen) bepaald: dit geeft het gemiddelde weer van de suiker van de laatste drie maanden en is dus een zeer goede parameter voor het opvolgen van de behandeling.
5. LIPIDEN: de vetten
De cholesterol mag op alle leeftijden maximaal 190 mg/dl zijn. Weinig personen bereiken deze waarde, zodat we al tevreden zijn met waarden rond de 200 mg/dl. Hartpatiënten en mensen met verhoogd risico zitten best wel onder de 190 mg/dl.
De HDL-cholesterol is de goede cholesterol en is liefst zo hoog mogelijk.
LDL-cholesterol is de slechte cholesterol en moet onder de 115 mg/dl zijn. Erfelijke factoren spelen hierbij een belangrijke rol.
Cholesterolverlagers doen de cholesterol en LDL-cholesterol dalen en de HDL-cholesterol stijgen. Zij worden voorgeschreven bij verhoogde risicofactoren (hypertensie, diabetes, roken, verhoogde leeftijd,...). Uw arts kan uw persoonlijk risico berekenen. U kan dit vragen op consultatie.
Triglyceriden zijn een tweede soort vetten en vormen een afzonderlijke risicofactor (bv. bij diabetes).
6. LEVER
De veschillende leverenzymes bepalen de werking van de lever.
GAMMA-GT kan verhoogd zijn bij bv. overmatig alcoholgebruik.
7. SCHILDKLIER
geeft de verbranding van het lichaam aan.
8. VARIA:
PSA: bij mannen boven de 50 voor opsporing en behandeling van prostaatkanker.
CPK: bij verhoging kan dat wijzen op spierafbraak (mogelijk neveneffect van cholesterolverlagers).
Reisvaccinaties
Een reis naar het buitenland is een goed moment om eens stil te staan bij uw vaccinaties. Bent u nog in orde met de reeds gekregen vaccinaties en moet u geen extra vaccinaties of medicatie krijgen?
Vooral bij reizen buiten Europa moet hiermee rekening worden gehouden. Ziekten zoals malaria, buiktyphus, hepatitis, gele koorts en polio zijn perfect vermijdbare aandoeningen mits aangepaste medicatie.
Maar ook binnen Europa is voorzichtigheid geboden, zo is bijvoorbeeld tekenencefalitis aan een opmars bezig in Oostenrijk.
Controleer daarom altijd uw vaccinatiestatus en de nood aan extra medicatie.
Meer informatie hieromtrent kan u vinden op volgende site:
http://www.itg.be/itg/GeneralSite/Default.aspx?WPID=31&MIID=333&L=N
Screening dikke darm kanker dmv IFOB test
1. Hoe vaak komt dikkedarm-kanker(=coloncarcinoma) voor?
Dikkedarm-kanker is de tweede meest voorkomende kanker bij de vrouw (na borstkanker) en de derde bij de man (na longkanker en prostaatkanker). Ongeveer 30% van de 60-plussers ontwikkelt darmpoliepen; slechts 5% van die poliepen ontaardt in dikkedarm-kanker.
2. Wat is een IFOB-test?
Deze test spoort bloedsporen in de stoelgang op, ook als deze niet met het blote oog zichtbaar zijn.
3. Wat zijn de kosten voor dit onderzoek?
Er zijn voor de patiënt geen bijkomende kosten aan het onderzoek verbonden. Het remgeld bedraagt m.a.w. 0 €
4. Wat als de test positief is?
Als er bloed in uw stoelgang wordt gevonden, is er verder darmonderzoek (coloscopie) nodig. Weet wel dat bij honderd personen bij wie bloed in de stoelgang wordt gevonden, er maar twaalf werkelijk poliepen hebben. Slechts 5% van die poliepen wordt kwaadaardig.
5. Wie komt er in aanmerking voor dit onderzoek?
Vanaf 50 jaar zou een jaarlijkse tot tweejaarlijkse screening moeten plaatsvinden. Bij patiënten met een verhoogd riscio wordt de screening vroeger gestart.